Het College van Toezicht collectieve beheersorganisaties Auteurs- en naburige rechten (CvTA) heeft tot taak toezicht uit te oefenen op de inning en de verdeling van de vergoedingen door collectieve beheerorganisaties (cbo’s) en onafhankelijke beheerorganisaties (obo’s). Dit staat in de Wet toezicht collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (Wet toezicht).
Het CvTA is een Zelfstandig Bestuurs Orgaan (ZBO) zonder rechtspersoonlijkheid waarop de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen van toepassing is. Een ZBO voert een overheidstaak uit en hoort bij de Rijksoverheid. ZBO’s zijn zelfstandig, maar bij het CvTA benoemt de minister van Justitie en Veiligheid de Collegeleden van het CvTA en is verantwoordelijk voor 50% van de financiering van het CvTA. De overige 50% wordt betaald door de sector zelf. De minister int deze vergoeding. Zowel de minister als de sector kunnen het CvTA geen aanwijzingen geven over het beleid van het CvTA. Het CvTA is inhoudelijk onafhankelijk. De minister moet verantwoording kunnen afleggen over een ZBO aan de Eerste en Tweede Kamer. Het CvTA stelt vóór 1 oktober van elk jaar een jaarverslag en een toezichtsrapport op over het voorafgaande jaar en brengt dat uit aan de minister van Justitie en Veiligheid, die ze aan beide kamers doorzendt. Deze rapporten worden ook gepubliceerd op deze website.
Jaarlijks organiseert het CvTA een overleg met de cbo’s en obo’s over aangelegenheden die verband houden met het toezicht en de kosten daarvan.