Het CvTA houdt toezicht op de inning en de verdeling van rechteninkomsten door in Nederland gevestigde collectieve beheersorganisaties (cbo’s) en onafhankelijke beheerorganisaties (obo’s). Het CvTA heeft zijn toezichtstrategie herijkt in 2023.

 

Toezichthoudende taken

 

Toezicht op cbo’s

Het CvTA ziet er onder meer op toe dat cbo’s:

  • aan rechthebbenden en betalingsplichtigen voldoende inzicht verschaffen in hun algemene en financiële beleid. Het gaat dan bijvoorbeeld om informatie over het totaal van de geïnde vergoedingen en de verdeling daarvan; hoeveel en binnen welke termijn wordt er uitgekeerd en wat wordt gedaan met geld dat nog niet verdeeld kon worden;
  • voldoende zijn toegerust om hun taken naar behoren te kunnen uitoefenen. Het CvTA kan een cbo bijvoorbeeld adviseren om de interne gang van zaken aan te passen als een optimale taakuitoefening wordt belemmerd, of om tot betere samenwerking te komen met andere organisaties;
  • de geïnde vergoedingen op rechtmatige wijze verdelen over rechthebbenden. Dit toezicht richt zich met name op de juiste, tijdige en correcte verdeling van de vergoedingen tegen redelijke beheerkosten;
  • bij de uitoefening van hun werkzaamheden ook voldoende rekening houden met de belangen van betalingsplichtigen. Daarbij kan gedacht worden aan het verstrekken van een duidelijke en gemotiveerde opgave van de hoogte van de verschuldigde vergoeding;
  • deugdelijke procedures hanteren voor de doeltreffende en tijdige behandeling van klachten van- en geschillen met rechthebbenden;
  • in goed vertrouwen onderhandelingen voeren met gebruikers over de licentieverlening voor rechten en daarbij (over en weer) alle noodzakelijke informatie wordt verschaft;
  • non-discriminatoire, objectieve en transparante criteria hanteren voor aansluiting van rechthebbenden bij de cbo;
  • een doelmatig financieel beleid voeren en de geïnde vergoedingen binnen de wettelijke termijnen onder de rechthebbenden verdelen. Dat wil zeggen dat in beginsel binnen maximaal 9 maanden na sluiting van het boekjaar de gelden verdeeld moeten zijn, tenzij er sprake is van objectieve belemmeringen;
  • streven naar beperking van de beheerkosten. De inhoudingen op rechteninkomsten dienen redelijk te zijn en in verhouding te staan tot de door de cbo aan de rechthebbenden verleende diensten;
  • een gezamenlijke jaarlijkse factuur opstellen met alle cbo’s aan wie een betalingsplichtige een vergoeding is verschuldigd.
Bestuurderstoetsingen

Bestuurderstoetsingen worden uitgevoerd bij cbo’s met een omzet van minimaal €50.000.000 in een bepaald kalenderjaar. Op dit moment worden bestuurderstoetsingen toegepast op de cbo’s SENA en BUMA/STEMRA.

Besluiten en correspondentie over bestuurderstoetsingen beschouwt het CvTA als vertrouwelijke correspondentie tussen cbo, de betreffende te toetsen functionaris en toezichthouder. Deze besluiten worden om die reden niet openbaar gemaakt.

Hoe het CvTA bestuurderstoetsingen uitvoert kunt u hier lezen.

Toezicht op obo’s

Het wettelijk toezicht op de obo’s is beperkt tot de bepalingen uit de Wet toezicht die in artikel 25d van de Wet toezicht van overeenkomstige toepassing zijn verklaard. Het gaat daarbij om:

  • het in goed vertrouwen voeren van onderhandelingen over licentieverlening voor rechten;
  • het periodiek en op verzoek verstrekken van informatie aan rechthebbenden; en
  • het openbaar maken van bepaalde informatie.

Bevoegdheden

Het CvTA heeft in het kader van zijn taakuitoefening een aantal bevoegdheden die hieronder kort aan de orde komen.

Adviesrecht

Het CvTA kan cbo’s gevraagd of ongevraagd van advies dienen over onder andere de volgende besluiten van cbo’s:

  • een besluit tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de organisatie;
  • een besluit tot vaststelling of wijziging van reglementen of algemene voorwaarden betreffende de uitoefening en handhaving van auteursrechten of naburige rechten;
  • een besluit tot de vaststelling of wijziging van tarieven;
  • investeringen die een door het College van Toezicht bij reglement vast te stellen bedrag te boven gaan;
  • een besluit tot het oprichten of mede-oprichten van een privaatrechtelijke rechtspersoon of het deelnemen in een vennootschap;
  • een besluit tot de vaststelling of wijziging van overeenkomsten met representatieve organisaties van gebruikers;
  • een besluit tot benoeming van een accountant.
Informatierecht

Cbo’s moeten het College vooraf schriftelijk informeren over te nemen besluiten die van wezenlijke invloed zijn op de uitoefening van hun taken. Zij moeten het College in ieder geval informeren over:

  • investeringen die een door het College bij reglement vast te stellen bedrag te boven gaan;
  • het oprichten of mede-oprichten van een privaatrechtelijke rechtspersoon of het deelnemen in een vennootschap;
  • vaststelling en wijziging van tarieven;
  • vaststelling en wijziging van overeenkomsten met representatieve organisaties van gebruikers;
  • de benoeming van een accountant.
Toegangsrecht

Het CvTA heeft toegang tot de kantoren van cbo’s. Verder mag het CvTA de algemene ledenvergadering / de aangeslotenenvergaderingen van de cbo’s  en de bestuursvergaderingen bijwonen.

Inzagerecht

Het CvTA heeft inzage in de boeken, bescheiden en andere informatiedragers van cbo’s, voor zover dit nodig is voor de uitoefening van het toezicht.

Instemming verlenen aan bepaalde besluiten van cbo’s

Om het CvTA in staat te stellen effectief toezicht uit te oefenen zijn de volgende besluiten van cbo’s onderworpen aan voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het CvTA:

  • een besluit tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de collectieve beheerorganisatie;
  • een besluit tot vaststelling of wijziging van reglementen of algemene voorwaarden betreffende de uitoefening en handhaving van auteursrechten of naburige rechten;
  • een besluit tot de vaststelling van een tarief of korting voor een nieuw beheerd recht of nieuwe vorm van gebruik, of een besluit tot verhoging van de tarieven, inclusief het vervallen van een korting. Uitgezonderd zijn situaties waarin sprake is van wettelijk vastgestelde indexering, als er een overeenkomst is bereikt met representatieve organisaties van betalingsplichtigen of als sprake is van toegenomen gebruik van beschermde werken;
  • een besluit tot vaststelling van het format waarop en het tijdsbestek waarbinnen gebruikers van een cbo relevante informatie over het gebruik van de door de cbo vertegenwoordigde rechten dienen te verstrekken voor de inning van de rechteninkomsten en de verdeling en uitbetaling daarvan aan rechthebbenden. Voor het vaststellen van dit besluit nemen de cbo’s en de gebruikers voor zover mogelijk de vrijwillige normen van de industrie in acht.
    Het CvTA kan op deze verzoeken om instemming een advies geven aan een cbo of direct een besluit tot instemming met het verzoek nemen. Pas na het niet opvolgen van een verstrekt advies, binnen een door het CvTA te bepalen termijn, kan het CvTA instemming aan het voorgelegde besluit onthouden.

Aan het indienen van een instemmingsverzoek door een cbo stelt het CvTA een aantal voorwaarden. Deze voorwaarden hebben met name betrekking op de aan te leveren informatie en de onderbouwing van het verzoek. Het CvTA hanteert beoordelingskaders bij de beoordeling van de verzoeken.

Handhavingsinstrumenten

Bij constatering van een overtreding van de Wet toezicht kan het CvTA gebruik maken van de handhavingsinstrumenten die in de Wet toezicht zijn opgenomen. Doel van de inzet van deze instrumenten is in eerste instantie altijd te komen tot naleving van de Wet toezicht.

Het CvTA constateert overtredingen van de Wet toezicht op basis van:

  • informatie verstrekt door cbo’s en obo’s ten behoeve van het jaarlijkse financiële toezichtrapport van het CvTA en themarapportages;
  • periodieke informatie die de cbo verstrekt over de eigen organisatie aan het CvTA (bijvoorbeeld bestuursstukken en de stukken die worden verstrekt aan leden en aangeslotenen ten behoeve van jaarvergaderingen voor rechthebbenden);
  • voor instemming voorgelegde besluiten van cbo’s (artikel 3 verzoeken);
  • besluiten van cbo’s die aan het CvTA ter informatie worden verstrekt (artikel 5 besluiten);
  • signalen van derden en/of uit de media.

Het CvTA beschikt over de volgende formele (handhavings)instrumenten om in te zetten:

  • het verstrekken van een advies;
  • het geven van een aanwijzing om bepaalde maatregelen te nemen of achterwege te laten;
  • het opleggen van een boete;
  • het opleggen van een last onder dwangsom;
  • het nemen van een toezeggingsbesluit. Dit op aanvraag van een cbo en ten behoeve van het beëindigen of voorkomen van een overtreding van de Wet toezicht;
  • het instellen van verscherpt toezicht door middel van het (laten) uitvoeren van een onderzoek of het opstellen van een verbeterplan door de cbo.

Of en wanneer een bepaald handhavingsinstrument wordt ingezet is afhankelijk van de omstandigheden en door het CvTA te maken afwegingen.

Mededingingstoezicht door ACM

Het CvTA oefent geen toezicht uit op cbo’s, voor zover toezicht wordt uitgeoefend door de Autoriteit Consument en Markt (ACM).

Wanneer gedragingen van cbo’s misbruik van een economische machtspositie vormen of leiden tot verhindering, beperking of vervalsing van mededinging, kunnen belanghebbenden de ACM op deze gedragingen wijzen. De toezichthoudende taken van het College en de ACM zijn complementair, waardoor ieders optreden zich zal richten op verschillende aspecten van het functioneren van een cbo. Er kan samenloop van toezicht zijn, maar dan telkens vanuit verschillende invalshoeken en op verschillende aspecten. Zo zal het bijvoorbeeld op de weg van de ACM liggen om zich te buigen over de vraag of door cbo’s gehanteerde tarieven misbruik vormen in de zin van de Mededingingswet en zal het eerder aan het CvTA zijn om zich te buigen over de vraag of tarieven voldoende transparant en kenbaar zijn. Tussen het College en de ACM zijn werkafspraken gemaakt over de afbakening van taken, het zo nodig gezamenlijk optreden in specifieke situaties en het elkaar tijdig op de hoogte brengen van zaken die overlappen met of raken aan het taakgebied van de ander. In deze werkafspraken is bevestigd dat toezicht dat uitsluitend of in overwegende mate betrekking heeft op de hoogte en totstandkoming van de tarieven onder de verantwoordelijkheid van de ACM valt.